RECENSIE: Sounds Of The Underground 2013: hoe een festival groeit…
15 May, 2013
door Arjan van Sorge
Categorie Uncategorized
Gonzo (circus) dwaalde drie dagen rond in en om het Amsterdamse Vondelpark op zoek naar avontuurlijke, nieuwe muziek uit de Amsterdamse ondergrond, maar ook van ver daarbuiten. Do It Together was het motto van deze tweede editie van het Sounds of the Underground-festival en dan is veel mogelijk…
Vrijdag 10 mei: hysterisch schreeuwen en doodgereden duiven
Als iemand als Grrrt (geluidstechnicus Orchestre Tout Puissant en Bernays Propaganda / platenbons bij Red Wig) Chocolat Billy tipt, dan ga je natuurlijk, ook al is het nog zo vroeg op de avond.En het optreden mag er zijn ja. De bandleden zijn doodverlegen, haast onverstaanbaar wordt hallo tegen het publiek gemompeld, waarna de ritmebox inzet en de enige dame in het gezelschap er simplistische keyboardriedeltjes bovenop legt. Maar dan volgen het gitaargeweld en de hectische drumpartijen, en geht’s richtig los. Shoegazen wordt hier letterlijk genomen, met hevige stuiptrekkingen en hoekig spel. Zowat ieder nummer wisselen de muzikanten van instrument, tot bij de laatste nummers de ideale en beste combinatie gelukkig wordt aangehouden. Na het krachtige begin volgen meer sfeervolle stukken, met hier en daar hysterisch vervormd geschreeuw dat toch nauwelijks volume heeft. Langzamerhand vermengen zich daar weer de bekende noise-elementen mee. Er volgen wat up-tempo folkdeuntjes, en de band bedankt het publiek nog eventjes tussendoor in hun beste Nederlands: danke schön! Een lieflijk kindermelodietje komt voorbij, een reggae-achtig nummer gaat over in springerige noisepop met Afrikaans aandoende gitaarlijntjes en de hele reut. Dit wordt verder uitgebouwd tot een krankzinnige uitbarsting van energie, en dan nog wat psychprogpunk en het plaatje is rond.
Het DJ Doek team (met o.a. John Dikeman) gaat vervolgens weinig subtiel aan de slag met killende freejazz uit de laptop. Onnavolgbaar pakt de collegadraaier dat hectische geluid op met vrolijke latin soul, waaruit maar weer eens blijkt dat pauze-dj’en niet voor iedereen is weggelegd. Gelukkig bestaat het dertigkoppige publiek niet uit zure recensenten maar uit vrolijk en danslustig volk dat het allemaal wel best vindt… Inmiddels is er een echte, ouderwetse piano het podium opgesleept, en begint het drietal Paul Labrecque (als vervanger van Dennis Tyfus), Roro en Nora Mulder. De pianist en gitarist staan met hun rug naar het publiek, de drummer zit rechts. Rollende geluidsgolven, zwalkende en aftastende klanken, even elkaar zien te vinden… Dat lukt slechts zelden, er lijkt niet echt een focus te zijn in de drukke erupties. De razendsnelle drumroffels imponeren, maar raken evengoed net niet de juiste snaar. Te vaak verzandt het geheel in een doel- en lusteloos niemandsland, waarna de drie muzikanten elkaar met moeite weer uit het dal proberen te trekken.
DJ Doek pakt de muziek deze keer een stuk beter op met relaxte afrojazz, maar het staat weer aardig los van de rest van het gebeuren. Het programma is dan zo’n drie kwartier uitgelopen als het topje van de Amsterdamse nieuwe impro los mag. Eke bestaat uit blazer Yedo Gibson, keyboardspeler Oscar-Jan Hoogland en Gerri Jaeger, en hakt gelijk keihard in op het inmiddels in feeststemming verkerende DJ-team, met uiterst geconcentreerde, sprankelende en overrompelende freejazz. Levendig geklingel, obstinaat scheuren, dwingend gepiep, rockende riddems en vette noise gaan een energieke en ijzersterke combinatie aan, die geen ruimte voor oeverloos gefilosofeer laat. Hier en nu, leven of dood.
En het juiste moment om naar OT301 te gaan, om op tijd te zijn voor het Britse The KVB. Een slechte keuze naar later blijkt, want ook in deze zaal is alles uitgelopen, en The KVB, tsja, aan The KVB kunnen beter zo min mogelijk woorden verspild worden. Een mat geluid, schaamteloos simpel spel van een zanger/gitarist en keyboardspeelster die dat proberen te verdoezelen met een dikke laag galm, en een presentatie met het elan van een doodgereden duif. Het uiterlijk van de band is om door een ringetje te halen, dus er zullen wel weer genoeg mensen in deze niksigheid trappen… Kan de band dan helemaal niets goeds doen? Ja, het is zo slaapverwekkend saai dat een goede nachtrust gegarandeerd lijkt – waarvan akte.
Foto’s: Arjan Van Sorge
Zaterdag 11 mei: Albatre! Albatre! Albatre & een zweterige interventie in de kelder
Het is niet direct duidelijk wie wat doet en waarom op de tweede aflevering van Hysteryland in de Vondelbunker, maar de sfeer heeft daar in ieder geval niet onder te lijden. Het publiek (of de andere muzikanten?) staat samengeklonterd rondom een kale gast die aan de knoppen van een effectje draait, met een krakende, kreunende en piepende bak herrie als gevolg. Dan neemt een langharige reus het over op laptop, met wat meer ruisstructuren in de bodemloze noisebrij dan zijn voorganger. Het publiek is enthousiast: Spelen! Naar de kapper! Er wordt wat speels getrokken en geduwd en met de hoofden gebangd, hier is iedereen een met het geluid. Het heeft er wel wat van weg dat dit vooral een feestje voor insiders is, die eindelijk weer eens lekker kunnen uitpakken met compromisloze rochelprut, noise, gekte en wat gedoe.
Albatre is een trio uit Rotterdam met Hugo Costa op sax, Gonzo Almeida op bas en Phillipp Ernsting op drums. Ouderwets lekkere, stuiptrekkende noiserock, met een en al aanzwellend en zo goed als niet afnemend geluidsgeweld van de bovenste plank. Alles prachtig en zonder maar een moment te aarzelen gespeeld; de band neemt de tijd om iets uit te bouwen en duidelijk neer te zetten. Er zijn wat invloeden uit de progrock, metal en jazz, maar wat overheerst zijn de schijnbaar ongestructureerde noise-oprispingen. Toch is niets minder waar: de band speelt superstrak en heeft totale controle. De grommende, soms sfeervol spelende sax, de raggende bas en de complexe ritmes vullen elkaar perfect aan, met behulp van de nodige elektronica natuurlijk. Echt een topper!
DJ Gingermoon valt daarop mooi in met een bezwerende track van Yma Sumac, waarna de vaagheid en de ritmes vinylplaat na vinylplaat toenemen. Het geheel verzandt dan al snel echter in een weirde retropotpourri waar geen touw meer aan vast te knopen valt…
Die Munch Machine heeft toch echt heel veel weg van een elektroversie van zZz, het Nederlandse organ&drums duo dat waarschijnlijk iets meer bekendheid geniet dan de Britten. Toch zijn Tim Cedar en Jon Hamilton al sinds 2005 bezig, wat het soepele spel van het tweetal zeker gedeeltelijk verklaart. Jakkerende drums, simpel maar doeltreffend scheurende keyboardpartijen in volle vaart, dat zijn Munch en Machine ten voeten uit. Vanuit het Farfisa-orgel spuiten snerpende geluiden en brommen de lage tonen, met hier en daar de vrolijke en psychedelische invloeden van een vroege Soft Machine. De ritmebox doet in het geheel wat gekunsteld aan, maar houdt de drummer wel strak. De wat magere stem van de toetsenist klinkt soms smekend, dan weer wat benauwd, en vervolgens weer helemaal in tune met de opzwepende geluiden van orgel en drums.
Ergens op een trap bij een wc vindt een verrassingsoptreden plaats van Rooie Waas, met Gijs Borstlap, Mikael Szafirowski, Gerri Jaeger en een aantal figuranten dat daarbij ook nog eens een clip opneemt. Het is een claustrofobische ervaring waarbij het zweet van de muren druipt, de machinale beats de betonnen ruimte doen schudden en het hysterische geschreeuw (DOE HET DAN!) de laatste zenuwen aan flarden scheurt. Rooie Waas, voor uw Laatste Oordeel hier en nu… De humor blijft daarbij overeind, als de opgekropte energie eruit is en iedereen weer kan ademhalen mogen we van Gijs weer naar de wc.
De rammelende trashpunk van J. C. Thomaz & The Missing Slippers gaat gepaard met een teveel aan stoerheid en straat, maar klinkt ondertussen houterig en behoorlijk onvet. De bandleden krijgen er gaandeweg steeds meer zin in maar overstijgen geen moment alle ontzettend belegen clichés die hier vol overgave en doodserieus worden neergezet.
Zondag 12 mei: tapeloops en het verloren zondagmiddaggevoel
Het lijkt inmiddels al op een mooie traditie: zo aan het eind van het festival slepen de overlevenden zich op hun laatste krachten naar de vriendelijke oase Budapest. Diverse buurtgenoten van het eens gekraakte en nog steeds vrolijk alternatief voortlevende WG-terrein bevolken zondag deze kleine ruimte voor brunch, bier en broederschap, gezamenlijk en in een prettige sfeer. Dat mixt mooi met de uitgewoonde festivalgangers die ontzettend relaxt hier weer wat bij kunnen komen, onder het genot van de wat meer stille en introverte tak van de undergroundmuziek.
Wouter van Veldhoven heeft in totaal zes oude bandrecorders neergezet, drie op het podiumpje, en verder een aan elke andere kant van de ruimte. Met van tevoren geprepareerde, langere of kortere loops ontstaan vervolgens weemoedig stemmende, krakende en trillende geluidsgolven die je zo een eeuw terugwerpen. Van een gitaarhals en houten bak knutselde de instrumentenbouwer een geval in elkaar dat het midden houdt tussen ud en cello, en met strijkstok levert dat het eerder opgenomen moedergeluid op voor de diverse loops. Ook nu echter strijkt de geconcentreerd spelende muzikant zo nu en dan over het instrument, en laat dat naar een van de tapedecks gaan. Zo ontstaat een wondere, gruizige klankwereld uit hypnotiserende herhalingen en toch ook steeds veranderend geluid, met melancholieke ondertoon en in schoonheid stervende klanken.
Na de intense onderdompeling in de muziek van Wouter van Veldhoven is het de beurt voor Homemade Empire, dat in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden de singer-songwriter en gitarist Bart de Kroon inhoudt. Met licht spel op de elektrische gitaar en vooral zijn stem waarin Neil Young nog stevig doorsuddert verovert hij al snel de harten van de mensen in het publiek. Geladen, trillend van emotie, wat aan de schelle kant maar onmiskenbaar mooi legt die stem het verloren zondagmiddaggevoel vast, en veel meer.
Foto’s: Maarten Timmermans
Highlights van andere Gonzo (circus)-medewerkers:
De opening van het SOTU vond dit jaar plaats in Lost Property, een gezellige galerie/bar net buiten de ring. De buurtbewoners schrikken een beetje van de enorme projectie op de zijmuur van het tegenoverliggende gebouw en de bak herrie die bij vlagen naar buiten waait. Hoogtepunt van de avond was ongetwijfeld Adam Hirsch aka Native Eloquence. Amper twee turven hoog en nauwelijks meerderjarig, maar een ongelofelijk bezig baasje (labelbaas, student, muzikant) die het geluid van zijn saxofoon in combinatie met elektronica en effectpedalen alle kanten uitstuurt. Hou die jongen in de gaten. Op vrijdag stond veel te vroeg Leuvenaar Red Stars over Tokyo geprogrammeerd in de OT301. Met een set die duidelijk helemaal was uitgebeend ten opzichte van zijn debuut vorig jaar in het Muziekgebouw aan ‘t Ij en intrigerende visuals van Stan Verbeken. Red Stars over Tokyo wordt ten onrecht nog genegeerd door Vlaamse programmeurs (voor de hipsters onder u: zijn nieuwe werk wordt op Boomkat aangeprezen, maar je had ook gewoon het artikel en de recensies in Gonzo (circus) kunnen lezen); dat bewees hij voor de tweede keer … daar in Amsterdam! Op zaterdagavond nemen we eerst een kijkje in de Vondelbunker waar het een en al ongerichte herrie is. Veel energie, bier en gezelligheid, maar wij zijn gekomen voor Margriet Kicks-Ass. Ze stond heel lang geleden op de Gonzo (circus)-sampler Track 13 Vol 1. Haar werk bestaat meestal uit noise voortgebracht door zelfgebouwde instrumenten. Dit keer stond ze met haar fragiele Plonsbak – bijeengespaard met crowdfunding – tussen het noisegeweld van haar collega-Hysterylanders. Twee nog rudimentaire watervaten gevuld met spa rood, bier en allerlei kleine dingetjes (tandenstokers, metalen prikkers enz) zorgden voor een ritmisch resonerend gerommel aangestuurd door de elektronische bezweringen van tovenares Margriet Kicks-Ass. Jong en oud genoot ervan. Alleen jammer dat de projectie van het gepruttel op de wand achter de bezoekers werd geprojecteerd. De mening van AvS over Albatre kunnen we alleen maar delen: het was hard en fijn! De band past eerder in het rijtje opkomende Vlaamse bands in het genre dan in het Nederlandse muzieklandschap. Een welkom vreemd eendje uit Rotterdam dus, waar het ook opnieuw aan het broeien is. Volgend jaar ook Sounds of The Underground Rotterdam? (rt)
Gezien: Sounds Of The Underground-festival, 9-12 mei 2013, diverse locaties Amsterdam